Aansprakelijkheid op de werkvloer, artikel 7:658 BW

Aansprakelijkheid op de werkvloeg, artikel 7:658 BW2 - Trias Legal letselschade praktijk

Aansprakelijkheid op de werkvloer - een ongeluk zit in een klein hoekje!

Het gaat in deze zaak om een deelgeschilprocedure over de aansprakelijkheid van de werkgever [hierna: verweerster]. Als partijen het op bepaalde punten niet eens kunnen worden en de buitengerechtelijke onderhandelingen daardoor worden belemmerd beslist de rechter over die geschilpunten op verzoek van (een) van de partijen. Vervolgens kunnen zij verder met buitengerechtelijke onderhandelingen, met als uiteindelijk doel het sluiten van een vaststellingsovereenkomst. De rechter heeft zich in deze zaak beperkt tot het verzoek van verzoekster om uitsluitend te oordelen over de aansprakelijkheid van verweerster.

Ongeval

De in deze zaak geldende artikel 7:658 BW heeft de volgende uitgangspunten:

  1. De werknemer moet zelf stellen en bewijzen dat hij in de uitoefening van zijn functie schade heeft geleden. Daarvoor is voldoende dat komt vast te staan dat het ongeval hem is overkomen op de werkplek (ruim begrip).
  2. Als dat vaststaat, dan is de werkgever in beginsel aansprakelijk, tenzij hij aantoont dat hij niet is tekortgeschoten in zijn zorgplicht (eveneens ruim begrip) als bedoeld in artikel 7:658 lid 1 BW. Aansprakelijkheid kan dan uiteindelijk nog worden uitgesloten als hij stelt, en zo nodig bewijst, dat nakoming van zijn zorgplicht het ongeval niet zou hebben voorkomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Het laatste is alleen het geval als kan worden aangetoond dat werknemer van tevoren daadwerkelijk bewust is geweest van het roekeloze karakter van zijn gedraging.
  3. Artikel 7:658 BW heeft niet tot doel een absolute waarborg te geven voor de bescherming van de werknemer tegen gevaar. E.e.a. is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.
Aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van het ongeval.

Wat is er gebeurd?

Werknemer [hierna: verzoekster] was in dienst van verweerster. Eén van haar taken was het bezorgen van pizza’s op een scooter. Op 13 december 2014 is zij tijdens het bezorgen van pizza’s met de scooter gevallen. Zij heeft daarbij een wond aan haar knie en haar hoofd opgelopen. Verzoekster heeft verweerster op 5 januari 2018 aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van het ongeval. Verweerster heeft de aansprakelijkheid afgewezen.

In deze deelgeschilprocedure verzoekt verzoekster een verklaring voor recht dat verweerster aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval. Primair omdat verweerster haar zorgplicht als werkgever niet is nagekomen (artikel 7:658 BW). Subsidiair omdat verweerster zich niet heeft gedragen als goed werkgever, omdat zij er niet voor heeft gezorgd dat haar werknemers die tijdens hun werkzaamheden moeten deelnemen aan het verkeer, goed zijn verzekerd (artikel 7:611 BW).

Direct contact met Trias Legal
advocaat
?

Bel ons en wij helpen u verder: 010-799 70 40

Aansprakelijk voor het ongeval.

Wat oordeelde de rechtbank?

Vaststaat dat het ongeval is gebeurd terwijl verzoekster voor verweerster aan het werk was. Partijen zijn het erover eens dat het ongeval niet het gevolg is van opzet of roekeloosheid. Dus in beginsel is verweerster aansprakelijk voor het ongeval, tenzij zij aantoont dat zij alle maatregelen heeft getroffen die redelijkerwijs noodzakelijk waren om het ongeval te voorkomen.

Verder staat vast dat de scooters zijn te beschouwen als werktuigen als bedoeld in artikel 7:658 lid 1. Ten tijde van het ongeval leasete verweerster de scooters bij een leasemaatschappij [hierna: B.V.], die de scooters zelf onderhield. Verweerster liet de scooters wekelijks controleren en waar nodig onderhoud plegen door B.V. die de bestuurders van de scooters verplichtte om de scooters te contoleren op zichtbare schade/gebreken. Ook verweerster legde deze verplichting op aan haar werknemers. Verweerster maakte zelf elke maandag een brommerlijst waarin eventuele mankementen aan de scooters werden genoteerd, zodat deze konden worden verholpen. Aan het begin van de dag werden alle scooters buiten gezet door een vaste medewerker van verweerster, die bekeek of er mankementen waren. Aan het einde van de dag werd een flashreport opgemaakt waarin o.a. de weersomstandigheden en eventuele mankementen werden opgenomen. Bij slecht weer werd het restaurant gesloten of er werd per auto bezorgd, maar op 13 december 2014 was dat niet het geval.

Volgens de rechter stelt verweerster terecht dat het voor haar moeilijk is om aan te tonen dat de banden van de scooter waarmee verzoekster is gevallen niet glad waren, omdat verzoekster haar pas ruim drie jaar na het ongeval aansprakelijk heeft gesteld. Echter neemt dit niet weg dat verweerster nog steeds kan aantonen dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan. Algemeen bekend is dat gladde banden het gevaar voor slippen en onderuitgaan met een scooter vergroot. Daarom moet verweerster er als werkgever alert op zijn dat de banden van de scooters voldoende profiel hebben. Uit de toelichting van verweerster blijkt niet dat er aandacht is voor een zo belangrijk veiligheidsaspect als het profiel van de banden van de scooters. Dit kon bijvoorbeeld blijken uit rapporten van B.V. waarin de controle van het bandenprofiel een vast onderdeel is van de controle, maar dat is niet het geval. Evenmin heeft verweerster onderbouwd dat de medewerker die ’s morgens de scooters buiten zette geïnstrueerd was om erop te letten dat de banden voldoende profiel hebben.

Van de andere werknemers – doorgaans jongeren/scholieren/studenten – kan niet worden verwacht, zoals verweerster beweert, dat zij het profiel van de banden contoleren én beslissen of het verantwoord is met deze scooter de weg op te gaan. Bovendien duidt het feit dat verweerster een dergelijke beoordeling aan deze jonge werknemers overlaat juist op dat zij zich er niet voldoende van bewust was, dat zij als werkgever op dit punt een belangrijke taak had om de veiligheid van haar werknemers te waarborgen.

Verweerster is dus, op grond van artikel 7:658 BW, aansprakelijk voor de schade die verzoekster heeft geleden. Verzoekster heeft geen belang meer bij de beoordeling van de aansprakelijkheid op grond van artikel 7:611 BW. De kantonrechter heeft dat verzoek daarom niet meer beoordeeld.

Is aansprakelijk gesteld.

Conclusie

De kantonrechter bepaalt dat verweerster aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval van 13 december 2014, veroordeelt verweerster tot betaling van de kosten van het deelgeschil aan verzoekster en wijst hetgeen meer of anders is verzocht af.

Wij helpen u verder.

Soortgelijke situatie meegemaakt?

Schroom dan vooral niet om contact met ons op te nemen voor een vrijblijvend gesprek. Wij helpen u graag verder!

Wij helpen u graag!

Trias Legal is een onafhankelijk legal kantoor gespecialiseerd in het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht met een speciale focus op het letselschaderecht.

+31(0)10 799 70 40

info@triaslegal.nl Dringende gevallen 24/7 uur bereikbaar.

Terugbelverzoek
Gelieve enkel nummers
Direct contact met een advocaat?

Bel ons en wij help u: 010-799 70 40