Paard veroorzaakt schade aan inventaris dierenartsenpraktijk tijdens keuring, wie is aansprakelijk voor deze schade?

ECLI:NL:RBGEL:2020:2369, Rechtbank Gelderland, uitspraak van 1 april 2020.

Paard veroorzaakt schade aan inventaris dierenartsenpraktijk tijdens keuring, wie is aansprakelijk voor deze schade?

NN (hierna: verzekeraar), verzekeraar van de dierenartsenpraktijk (hierna: de kliniek), vordert dat de rechtbank de eigenaar van het paard (hierna: gedaagde) zal veroordelen om schadebedrag aan verzekeraar te voldoen. Verzekeraar stelt gedaagde aansprakelijk voor de schade die het paard heeft aangericht bij de kliniek op basis van art. 6:179 BW.

Gedaagde voert verweer.

Wat is er gebeurd?

Gedaagde drijft een paardenpension, handelt in paarden en exploiteert een camping. Op 7 december 2017 geeft gedaagde opdracht aan de kliniek om het paard klinisch en röntgenologisch te keuren. Voor het maken van röntgenfoto’s is het paard gesedeerd en in een zogenoemde opvoelbox in de praktijk gestald. Tijdens de fotosessie trapte het paard op enig moment tegen het röntgenapparaat, waardoor dat apparaat beschadigd is geraakt.

Verzekeraar heeft gedaagde aangesproken tot betaling van het volledige schadebedrag. Namens gedaagde heeft ASR Schadeverzekering N.V., bij wie gedaagde het paard had verzekerd, aansprakelijkheid van de hand gewezen.

Direct contact met Trias Legal
advocaat
?

Bel ons en wij helpen u verder: 010-799 70 40

Wat oordeelde de rechtbank?

De vraag is of gedaagde moet opkomen voor de kosten van herstel van de schade die het paard heeft toegebracht aan de röntgenapparatuur van de kliniek waar dat paard in haar opdracht werd gekeurd. Voorop moet worden gesteld dat gedaagde en de kliniek over aansprakelijkheid voor schade niet op voorhand onderling enige afspraak hebben gemaakt. Het komt dan aan op toepassing van de wet.

Art. 6:179 BW

Gedaagde was ten tijde van de keuring de bezitter was van het paard. Gedaagde is daarom in principe aansprakelijk voor deze schade. Aansprakelijkheid blijft alleen uit als het beroep van gedaagde op de ‘tenzij’-clausule van deze bepaling op gaat. Deze clausule gaat op in de imaginaire situatie dat gedaagde het paard tegen het röntgenapparaat zou hebben (kunnen) laten trappen en zelfs dan er geen sprake zou zijn geweest van een toerekenbare onrechtmatige daad jegens de kliniek. Dit is echter niet het geval.

Gedaagde heeft gewezen op een passage uit een publicatie uit 2003, waarin juridische wetenschappers, bij wege van een academisch experiment, zelf een uitspraak construeren voor een casus, die in cassatie al was berecht, in een nieuwe, innovatieve vorm. De uitspraak waarnaar gedaagde via deze publicatie verwees is echter niet gebaseerd op geldend recht, maar op een alternatieve, wellicht door de schrijver wenselijk geachte regeling van aansprakelijkheid voor dieren, waarin de aansprakelijkheid rust op degene onder wiens verantwoordelijkheid het dier valt op het moment dat het schade aanricht. In ieder geval verwijst gedaagde niet (terecht) op toepasselijke wetgeving/jurisprudentie. Al met al is de rechtbank van oordeel dat er geen reden is voor toepassing van de tenzij-clausule van art. 6:179 BW.

Art. 6:181 lid 1 BW

Het geschil spitst zich vervolgens toe op de vraag of de aansprakelijkheid uit art. 6:179 BW op de voet van art. 6:181 lid 1 BW rust op de kliniek, omdat de kliniek het paard ten tijde van de keuring gebruikte in haar bedrijf. De gedachte hierbij is dat, als een ander dan de bezitter van een dier met dat dier geld verdient, op die ander het risico van dat dier komt te rusten. In dit verband is het volgende van belang.

Art. 6:181 BW gaat in deze zaak niet op, want dit artikel beschermt een benadeelde derde die tegemoetkoming verdient in het vinden van de aansprakelijke partij. Dat is hier echter niet het geval. Bovendien kan niet worden gezegd dat de kliniek het paard ten tijde van de keuring gebruikte in haar bedrijfsvoering en dat de schade daardoor onder haar eigen bedrijfsrisico zou vallen. De aansprakelijkheid voor de schade die het paard heeft aangericht is dus niet op de voet van art. 6:181 lid 1 BW komen te rusten op de kliniek, gedaagde blijft als bezitter van het paard voor die schade aansprakelijk.

Het systeem van de wet is erop gebaseerd dat in beginsel de bezitter van een dier aansprakelijk is voor de door het dier aangerichte schade en dat deze aansprakelijkheid eventueel wordt verlegd naar een bedrijfsmatig gebruiker. Zeggenschap, invloed en zorg over het dier zijn in dit systeem geen bepalende elementen.

Art. 6:101 BW

Gedaagde heeft zich verder nog op eigen schuld beroepen in de zin van art. 6:101 BW. Daartoe heeft zij gesteld dat de kliniek onvoldoende zorgvuldig is geweest bij het maken van de röntgenfoto’s. Het gevaar van het paard was de kliniek bekend en zij heeft onvoldoende maatregelen getroffen om de schade te voorkomen, bijvoorbeeld door de benen van het paard vast te binden, aldus gedaagde. Verzekeraar heeft deze niet nader onderbouwde stellingen betwist, onder meer met een beroep op de verklaring van de dierenarts, die op basis van een evaluatie van de stukken heeft geconcludeerd dat de kliniek de correcte voorzorgsmaatregelen heeft getroffen om de schade te voorkomen, door het paard een sedatie van een normale dosering toe te dienen, te werken met ervaren personeel en het paard te stallen in een speciale box. In het licht van de aldus grondig gemotiveerde betwisting heeft gedaagde haar stelling dat de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de kliniek kan worden toegerekend, onvoldoende toegelicht. Het verweer wordt verworpen.

Conclusie

De rechtbank veroordeelt gedaagde, als aansprakelijke voor de schade die het paard heeft verricht bij de kliniek, om het volledige schadebedrag en de proceskosten te voldoen aan verzekeraar, vermeerderd met de wettelijke rente over het bedrag.

Wij helpen u verder.

Soortgelijke situatie meegemaakt?

Schroom dan vooral niet om contact met ons op te nemen voor een vrijblijvend gesprek. Wij helpen u graag verder!

Wij helpen u graag!

Trias Legal is een onafhankelijk legal kantoor gespecialiseerd in het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht met een speciale focus op het letselschaderecht.

+31(0)10 799 70 40

info@triaslegal.nl Dringende gevallen 24/7 uur bereikbaar.

Terugbelverzoek
Gelieve enkel nummers
Direct contact met een advocaat?

Bel ons en wij help u: 010-799 70 40