Wat als beide automobilisten zeggen dat ze groen licht hadden?

Trias Legal > Nieuws > Wat als beide automobilisten zeggen dat ze groen licht hadden?

Wat als beide automobilisten zeggen dat ze groen licht hadden?

Bij een aanrijding op een kruispunt met verkeerslichten lijkt de schuldvraag op het eerste gezicht eenvoudig: degene die door rood rijdt, is aansprakelijk. Maar wat als beide automobilisten beweren dat zij door groen licht zijn gereden? En wat betekent dat voor de aansprakelijkheid en schadevergoeding? In deze blog lees je hoe de rechter omgaat met situaties waarin niet objectief kan worden vastgesteld wie door rood reed, welke juridische regels daarbij gelden en waarom het hebben van een groen verkeerslicht niet altijd betekent dat iemand niet aansprakelijk is. 

 

De aanrijding: twee automobilisten, één kruising

Op een kruispunt dat werd geregeld door verkeerslichten kwamen twee auto’s met elkaar in botsing. Beide automobilisten verklaarden dat zij door groen licht waren gereden. Uit onderzoek bleek echter dat de verkeerslichten goed functioneerden en dat er sprake was van een zogenoemde conflictmatrix. 

 

Wat is een conflictmatrix?

Bij kruispunten met verkeerslichten wordt vaak gebruikgemaakt van een zogenoemde conflictmatrix. Dat is een technisch schema dat bepaalt welke verkeersstromen tegelijkertijd groen licht mogen krijgen en welke juist niet. De matrix zorgt ervoor dat twee rijrichtingen die elkaar zouden kruisen, bijvoorbeeld rechtdoorgaand verkeer en linksafslaand verkeer vanuit de tegenovergestelde richting, nooit gelijktijdig groen licht hebben. 

 

Met behulp van deze matrix wordt de verkeersveiligheid vergroot en worden gevaarlijke situaties voorkomen. Als uit onderzoek blijkt dat de verkeerslichten goed werkten en de conflictmatrix goed was ingesteld, dan kunnen beide bestuurders niet tegelijk groen hebben gehad. In zo’n geval moet een van de bestuurders dus door rood zijn gereden, ook al verklaren beiden het tegendeel. Dat maakt de conflictmatrix vaak een belangrijk technisch bewijsmiddel in procedures over verkeersaansprakelijkheid.

Wie is aansprakelijk als niet duidelijk is wie door rood reed?

In het aansprakelijkheidsrecht geldt de hoofdregel dat degene die schadevergoeding vordert, moet aantonen dat de ander onrechtmatig heeft gehandeld. Dit is vastgelegd in artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. In dit geval moest de eiser dus bewijzen dat de andere automobilist door rood was gereden. Omdat dat niet mogelijk was, moest de rechtbank een andere juridische route volgen. De kantonrechter ging uit van de veronderstelling dat de aangesproken automobilist door groen was gereden. Dat uitgangspunt betekent echter niet automatisch dat deze bestuurder niet aansprakelijk is. 

 

Juridisch kader: artikel 5 WVW en artikel 6:162 BW

De beoordeling van dit soort situaties vindt plaats aan de hand van twee belangrijke bepalingen:

  • Artikel 5 Wegenverkeerswet (WVW). Dit artikel verbiedt ieder gedrag dat gevaar op de weg veroorzaakt of kan veroorzaken en;
  • Artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek (BW). Dit artikel bepaalt dat iemand die een onrechtmatige daad pleegt en daardoor schade veroorzaakt, verplicht is die schade te vergoeden. 

Ook een bestuurder die door groen rijdt, kan aansprakelijk zijn als hij gevaarzettend heeft gehandeld en daardoor een situatie in het leven heeft geroepen waarin de mate van waarschijnlijkheid van een ongeval als gevolg van dat handelen zo groot was dat hij zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag had moet onthouden. Wie bijvoorbeeld met hoge snelheid optrekt of zonder goed te kijken de kruising oprijdt, brengt anderen onnodig in gevaar. Als dat gevaarlijke gedrag tot een botsing leidt, kan de bestuurder toch aansprakelijk zijn. Een bestuurder moet er in het algemeen immers rekening mee houden dat een andere bestuurder een fout kan maken. 

 

De omstandigheden van het geval

De rechter moet alle omstandigheden in samenhang beoordelen. Naast de veronderstellenderwijs aangenomen omstandigheid dat betrokkene door groen is gereden, dient mee te wegen: 

  1. Het verkeersgedrag van beide partijen direct voorafgaand aan de botsing;
  2. Of één van de bestuurders redelijkerwijs had moeten anticiperen op mogelijk fout gedrag van de ander (zoals het negeren van een rood licht);
  3. De snelheid waarmee beide voertuigen de kruising naderden;
  4. De overzichtelijkheid van de kruising (zichtlijnen, obstakels, drukte) en;
  5. De aanwezigheid van waarschuwingsborden of signalering. 

Toepassing op de zaak

In de zaak van de rechtbank Overijssel overwoog de rechtbank dat betrokkene onvoldoende had gecontroleerd of hij de weg waarop eiser reed kon oversteken en dat kon hem worden verweten. De ene bestuurder reed rechtdoor over de kruising, terwijl de andere bestuurder (eiser) linksaf sloeg om de weghelft over te steken. Zonder de verkeerslichten mee te tellen, had de links afslaande bestuurder volgens de verkeersregels (artikelen 15 en 18 RVV 1990) de rechtdoor rijdende bestuurder voorrang moeten geven. De kruising was overzichtelijk en er was op dat moment geen ander verkeer. 

 

Uit de verklaring van de linksafslaande bestuurder bleek dat hij bij groen licht optrok, een stukje rechtdoor reed en daarna begon met afslaan. De rechter ging ervan uit dat hij niet hard reed en dus voldoende tijd had om het overzicht te bewaren. Toch was de rechtdoor rijdende auto al eerder op het kruispunt, wat blijkt uit de plek van de botsing: de voorkant van de ene auto raakte de zijkant van de ander. Volgens de rechter had de linksafslaande bestuurder de andere auto kunnen en moeten zien aankomen als hij zorgvuldiger de kruising was opgereden en goed had gekeken of de weg vrij was. De rechter oordeelde daarom dat de linksafslaande bestuurder gevaarzettend had gehandeld en daarmee een verkeerssituatie had veroorzaakt waarin de kans op een aanrijding groot was.

 

Conclusie

De uitspraak van de rechtbank Overijssel laat zien dat bij een botsing in het verkeer, waarbij beide automobilisten zeggen door groen te zijn gereden, de rechter kijkt naar meer dan alleen de kleur van het verkeerslicht. Verkeerslichten geven wel richting aan de verkeersstroom maar ontslaan bestuurders niet van hun algemene zorgplicht in het verkeer. Als niet objectief kan worden vastgesteld wie door rood reed, wordt uitgegaan van de veronderstelling dat de aangesproken partij door groen reed. Toch kan die partij aansprakelijk zijn op grond van artikel 5 WVW en artikel 6:162 BW, als zijn gedrag gevaarzettend was.

Soortgelijke situatie meegemaakt?

Trias Legal Letselschade is een onafhankelijk legal kantoor gespecialiseerd in het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht met een speciale focus op het letselschaderecht. Schroom niet om contact met ons op te nemen voor een vrijblijvend gesprek. Wij helpen u graag verder!

Wij helpen u graag!

Trias Legal is een onafhankelijk legal kantoor gespecialiseerd in het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht met een speciale focus op het letselschaderecht.

+31(0)10 799 70 40

info@triaslegal.nl Dringende gevallen 24/7 uur bereikbaar.

Terugbelverzoek
Gelieve enkel nummers
Direct contact met een advocaat?

Bel ons en wij help u: 010-799 70 40